Over ons

Over ons

‘We hebben de seks ingeruild voor poep en pies’

In het selecte gezelschap van Nederlandse tekenfilmsterren is Purno de Purno de cultheld. ‘Lekker rauwe verhaaltjes met veel poep en pies.’

door Derrick Bergman

Purno’s geestelijke vaders, Marcus Vlaar en Hans Wessels, schreven en produceerden de dertien nieuwe afleveringen. Urrebuk, een groep jonge animators, verzorgde de animatie. Vlaar en Wessels kennen elkaar van de Rotterdamse kunstacademie. Uit afkeer van het conventionele kunstcircuit storten ze zich rond 1988 op de computer. Via hun vriend Maxim Hartman belanden ze bij VPRO-Jeugd. Wessels: “Een programmamaker hoorde dat wij animaties maakten. We hadden inderdaad computers waarmee dat kon, maar we hadden het nog nooit gedaan.” Vlaar: “Maar we wisten dat het moest kunnen!” Zwetend produceert het trio een serie animaties voor het programma De Toren van Pizza’s. Wessels: “Een magazine met wetenswaardigheden, dat we een beetje saai vonden. Dus bedachten we een poppetje als gezicht, als medium om het verhaal te vertellen.”

Enter Purno, een leeftijdloos mannetje met een piepstem en ‘Sapperedosio!’ als stopwoord. Purno was ‘erg knullig en houterig’ (Wessels) maar werd snel populair. Een eigen serie was in ‘89 een logische stap. Vlaar: “Dat was onze eerste betaalde opdracht. Zoals het schrijvers betaamt hebben we meteen een vliegtuig gepakt naar een hutje op een afgelegen Thais eiland.” Met een koffer vol boeken over scenario schrijven en een zware Remmington typemachine gaan ze aan de slag. Inspiratie genoeg. Vlaar: “Er kwamen allemaal weirde gasten voorbij, die na drie dagen weer verdwenen. Wij waren de enige stabiele factor.” Wessels: “Die Remmington hebben we nog verkocht aan een Amerikaanse gozer…” Vlaar: “Hij vond het zo cool dat wij niet in de zon lagen, maar keihard aan die scripts werkten. Toen we vertrokken wilde hij per se die Remmington kopen. Hij is er mee gaan schrijven en dat is The Beach geworden, met Leonardo DiCaprio.”

Terug naar de Purno van 2006. Wat is er veranderd? Vlaar: “Er zijn veel bijkarakters uit, het is teruggebracht tot Purno met twee vrienden, die een mooie driehoek vormen. Kiet is Purno’s grootste vriend, Sjakie een vervelend stoorzendertje en Purno het neutrale, naïeve midden.” Wessels: “Het zijn wel weer lekker rauwe verhaaltjes, met veel poep en pies en kak. We hebben de seksualiteit een beetje ingeruild voor poep en pies.” De dubbelzinnige verwijzingen naar seks leverden in Purno’s glorietijd stapels boze brieven op. Vlaar: “Er zit heel weinig geweld in Purno, dat is een feit. Mensen vragen soms waarom er zoveel seks in zit, dat vinden ze pervers. Maar wij vinden geweld pervers.” Wessels: “Kijk maar naar Jetix.” Vlaar: “Fascistoïde filmpjes over heel goed tegenover heel slecht. Purno is veel complexer, je weet nooit precies wie goed is of slecht. Daar moet je zelf over nadenken. Dat hij af en toe in zijn blote kont staat is wat ons betreft totaal onschuldig.”  

Verwachten ze nieuwe postzakken met klachten of is de tijdgeest veranderd? Vlaar: “Die is alleen maar erger geworden. Er kan minder, denk ik. Het heeft ook met het uitzendtijdsstip te maken. Als Purno vlak voor Sesamstraat zit, kijken ineens vier, vijf-jarigen. Wat ons betreft prima, want die dubbele bodems snap je toch pas als je twaalf bent. Wat zullen kinderen van vijf zich nou storen aan een karakter dat Kietelaar heet? Dat is gewoon de dirty mind van volwassenen.” De nieuwe Purno is gepolijster dan de oude. Vlaar: “Vroeger waren onze middelen heel beperkt. Je had bijvoorbeeld maar 32 kleuren. Juist door die beperkingen krijg je een bepaalde stijl. Dat is moeilijk vast te houden nu je die technische beperkingen niet meer hebt.” Wessels: “De charme van Purno was ook dat het elke keer net anders was. Die persoonlijke touch zit er nog steeds in. Toen wij begonnen was Purno ook heel anders dan op het einde. Wij hebben die evolutie doorgemaakt en zoiets kan nou ook gebeuren.” 

Sapperedosio!

Diepte-interview met Purno-makers Marcus Vlaar & Hans Wessels

Purno was de eerste tekenfilmster van Villa Achterwerk. Tussen 1989 en 1995 groeide hij uit tot een echte cultheld. Maar daarna werd het stil. De makers gingen andere dingen doen, zoals games maken en VJ-en. Het Purno-tijdperk leek voorgoed voorbij. Maar in het diepste geheim werd gewerkt aan nieuwe afleveringen. Geanimeerd door Urrebuk, een jonge groep animators, maar geschreven en geproduceerd door Marcus Vlaar en Hans Wessels. De Purno van 2006 ziet er wat anders uit en veel oude bijfiguren zijn verdwenen. Maar de verhalen zijn nog steeds absurd, dubbelzinnig en vooral grappig.

 

Waar komt de naam Purno vandaan?

Hans: “Wij woonden vroeger naast een tennisbaan. Mijn broertje had een vriendje, Vincent, die een beetje door zijn neus praatte en heel goed ballen kon zoeken. Als iemand een bal over het hek sloeg, zei Vincent: ‘wacht maar, Speurneus gaat de bal wel vinden!’ Speurneus werd Purno, iedereen noemde hem zo. Marcus en ik vonden dat een grappige naam.”

 

Purno woont alleen, maar is niet echt volwassen. Hoe oud is hij?

Hans: “Het is geen kind.”

Marcus: “Wij weten dat niet. Het rare van Purno is dat hij echt leeftijdsloos is. Hij zou 15 kunnen zijn, maar ook 35.”

Hans: “Hij is in 1988 geboren, dus reken maar uit.”

Marcus: “Hij heeft iets kinds, maar woont inderdaad zelfstandig. Maar Purno heeft geen realistisch karakter, dus hij hoeft geen leeftijd te hebben. Hij blijft virtueel.”

 

Wat is er anders aan de nieuwe afleveringen?

Marcus: “We hebben gekeken wat nou leuk was aan die oude series. Dat probeerden we te behouden. En we hebben het simpeler gemaakt. Er zijn veel bijfiguren uitgegooid, zoals de buurvrouw. Het is nu Purno met twee vrienden, Kiet en Sjakie. Die vormen een mooie driehoek: Kiet is Purno’s grootste vriend, Sjakie een vervelend stoorzendertje en Purno zit in het midden.”

 

Purno was vroeger ook heel populair bij jongeren en studenten. Hoe kwam dat?

 Marcus: “Je kon die filmpjes op twee manieren bekijken. Het kon over fantasie gaan, maar ook over drugs bijvoorbeeld. Het lag er maar aan hoe je er zelf naar keek. Die dubbele bodem blijft altijd leuk.”

Hans: “Van sommige stukjes kan ik me achteraf wel voorstellen dat ouders daar problemen mee hebben.”

Marcus: “Ja? Zou jij daar problemen mee hebben als je kinderen had?

Hans: “Ik zou er met ze erover praten…”

Marcus: “Ik heb zelf kinderen en zie hun onschuld. Vanaf hun derde, vierde jaar hebben ze al die Purno’s gezien. Zij zien het gewoon net als Spongebob, als een heel leuke tekenfilm. Ze vinden het niet raar of sexy of weet ik veel. Zo simpel is het. Tot ze een bepaalde leeftijd bereiken, tien of elf, denk ik. Dan snappen ze ineens: hé, Kietelaar betekent gewoon kittelaar, haha. Dan kunnen ze er nog een keer om lachen.”